Als sociaal ondernemer heb ik mij de afgelopen 3,5 jaar met hart en ziel ingezet voor de deeleconomie en meer circulair ondernemen. Ik had grootse plannen, maar afgelopen november liep ik vast. Financiering vinden voor mijn onderneming (de Spullenier; voorheen DeDeelkelder) bleef moeilijk en ik kreeg maar geen team op de been. Als je eigen vader dan ook nog zegt dat hij je in alles zou steunen, maar dat hij gewoon niet gelooft in je idee en er daarom geen geld insteekt, dan komt dat wel binnen. Mijn energie was op.
Inmiddels heb ik de weg omhoog weer gevonden. Per 1 februari start ik als junior consultant bij IPR Normag, een adviesbureau gespecialiseerd in strategische positionering van gemeentelijke diensten en verzelfstandigde organisaties. Ik ben dolblij met deze functie, waarmee ik volop kans krijg om mijn opgebouwde kennis en kunde op een hoger niveau in te zetten en écht verandering teweeg te brengen. Als voorproefje op deze nieuwe fase en als afsluiting van mijn zelfstandig ondernemerschap deel ik graag een paar van mijn leer- en standpunten die uit deze periode voortgevloeid zijn.
Leerzame lessen uit de Deeleconomie
Mijn ondernemerschap begon met verschillende discussies over de principes van delen en hoe die een (groter) onderdeel konden worden van onze moderne economie. Ik startte een platform voor het delen van boten; daarna een spullenbibliotheek. Een van de belangrijkste dingen die ik leerde, is dat ‘bezit’ geen eenduidig begrip is: het ene bezit delen mensen makkelijker dan het andere, en dat verschilt ook weer sterk per persoon, generatie, opleidingsniveau en inkomensniveau. Hierover schreef ik de blog De psychologie van bezit.
Uit deze periode herinner ik me een wandeling door het mooie Ondiep in Utrecht, waar ik rondging om mensen te vertellen over mijn spullenbibliotheek en om te polsen of ze eraan mee zouden doen. Het merendeel wilde vooral aan míj kwijt dat mensen van de nieuwbouwwoningen hun kinderen weigerden in de speeltuin. Wie Ondiep kent, snapt welke relatie hier bloot wordt gelegd. De gentrificatie van de arbeiderswijken.
Een ander belangrijk leerpunt is dat je eigenlijk niet meetelt in de deeleconomie – zeker als onderneming – als je geen platform met een app bent. Dat ik juist een fysieke ruimte nodig had maakte me niet schaalbaar. Daarmee verloor ik het bij investeerders telkens weer van platforms of horeca. Mijn argument dat er wereldwijd al bijna 100 vergelijkbare locaties zijn, maakte geen verschil.
Sociaal ondernemerschap
Ondernemen wilde ik vanaf dag één op een sociale manier doen. Maar ik merkte twee dingen. Eén: zonder team en ervaring in het sociale domein is het bijna niet te doen, omdat het je veel energie kost om sterke partnerships te sluiten. En ten tweede: grote consultants gingen met de principes van sociaal ondernemen aan de haal puur en alleen om er geld mee te verdienen. Nu heb ik niets tegen geld verdienen, maar wel met geld voor adviseurs die zelf nog nooit met hun voeten in de klei hebben gestaan.
Mijn tip aan gemeentes: als je advies wil, vraag dan ook de echte sociaal ondernemers, de mensen uit het veld. En betaal ze hetzelfde als adviesbureaus, want de kennis die zij met jullie delen halen ze bij diezelfde mensen uit het veld. Maar die moeten blij zijn met een lunch als bedankje. Ik heb met mezelf in ieder geval de afspraak gemaakt dat ik dit als adviseur/consultant nooit in mijn hoofd zal halen, de pioniers moeten beloond worden voor hun durf, opoffering, ambitie en creativiteit.
Wat ik als ‘sociale’ondernemer hiervan heb geleerd, is dat je pas met sociaal ondernemerschap moeten beginnen als mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt je vertrekpunt is en niet iets is wat je ‘ook belangrijk vindt’. Als ‘products as an service’ je vertrek punt is, zorg er dan eerst voor dat je dit op de rails hebt voordat je in de wereld van sociaal ondernemerschap duikt. Het had me een hoop energie, frustratie en tijd gescheeld als ik dit eerder had ingezien.
Circulaire Economie
Het afgelopen jaar heb ik me volledig gericht op de circulaire economie. Makita Nederland, een producent van gereedschap, kreeg ik zo ver om partner te worden. Hiervoor ben ik dit bedrijf zeer dankbaar. Van deze relatie leerde ik ook dat er nog een lange weg te gaan is om tot een circulaire economie te komen. De juiste prikkels ontbreken nog. Denk aan regelgeving en belastingen. En nee ik ben niet percé voor een grotere overheid en meer regels, maar één van de belangrijkste dingen die ik ervaren heb is dat je het niet aan de behoefte van de consument over moet laten. Deze behoefte wordt namelijk continu gestuurd, waarom dan niet om het goeie te doen?
Gelukkig zijn er wel degelijk bedrijven – van grote corporates tot start-ups – die niet bang zijn om te pionieren. Dat is nodig, want alleen door te doen leren we welk beleid en welke regels en belangen een circulaire economie in de weg staan. Nu is het tijd dat we de handen ineenslaan; bedrijven, overheden en semi-overheden. In het tot stand brengen van zulke samenwerkingen zie ik mijn toekomst!
Vanaf 1 februari vind je me dus bij IPR Normag. Daar ga ik gemeentes strategisch adviseren over de openbare ruimte, afvalbeheer en waterbeheer. Thema’s waar sociaal ondernemerschap en de principes van de circulaire economie perfect op toe te passen zijn. Aan mijn collega duurzaam, sociaal en circulair ondernemers zeg ik dan ook: tot snel!